vrijdag 2 februari 2018

Nachtmerries

Ik ben zo vaak aan het dromen 's nachts. Het zijn geen fijne dromen over geen fijne herinneringen. Eigenlijk zijn het gewoon nachtmerries. Ik maak dan angstige geluiden en meestal komt Andy dan bij mijn mandje staan. Soms word ik wakker en kijk meteen naar het koppie van Andy. Ook word ik wel eens wakker, doordat bazinnetje over mijn ruggetje aait en lieve woordjes zegt. Het is dan zo'n geruststelling dat ik dus niet in die verschrikkelijk tuin ben met allemaal grote gemene honden die mij willen opeten en ik probeer te vluchten.

Ik ben dit blog begonnen om te zorgen dat ik geen nachtmerries meer krijg, maar dan moet ik jullie wel mijn verhaal vertellen. Wie weet worden de akelige dromen dan wat minder vaak. Mijn verhaal begint dat ik, nadat ik bij mijn moeder wegging, bij een oude man ging wonen. Hij woonde alleen, was altijd thuis en ik had een plekje buiten. In mijn eigen hokje in de tuin had ik een paar warme kleden. Ik kreeg iedere ochtend van deze aardige baas een bak met brokjes en een bak met water.

De hele dag scharrelde het oude baasje door zijn huis en tuin. Soms kreeg hij bezoek van een vrouw. Ik denk dat het zijn dochter was. Die maakte wat dingen schoon. Zij was niet zo aardig, dus ik begroette haar nooit. Meestal ging ik dan in mijn eigen hokje liggen. Ik was altijd buiten. Als mijn baasje buiten was, dan liep ik achter hem aan. Hij praatte soms tegen mij en aaide me. Ik was dan heel lief door de tuin te verdedigen.

Op een dag kwam hij 's ochtends niet naar buiten om mij brokjes en water te brengen. Die nare mevrouw kwam langs en ik blafte dat ik nog geen brokjes had, maar ze ging weg zonder mij brokjes te hebben gegeven. Gelukkig kwam een andere mevrouw de volgende dag en die gaf mij brokjes. Zij nam mij ook mee. Ik heb mijn oude baasje nooit meer gezien. Die nieuwe mevrouw vertelde dat mijn baasje overleden was, zomaar in zijn slaap. Toen voelde ik mij echt alleen.

Ik werd meegenomen naar een huis met een grote tuin en hééél vééél honden. De meeste honden waren groter dan ik. Okay, ik ben klein, maar ik hoopte dat er nog wat meer kleine honden zouden zijn. Toen ik kwam blaften veel honden, wilde snuffelen en sommige gromden. Ik was nog steeds erg verdrietig en wilde die honden helemaal niet begroeten. Ik wilde mijn baasje weer zien.

Iedere avond zocht ik een beschut plekje voor mij alleen. Alleen 's nachts kwam er wel eens een grote hond en die gromde dan naar me. Ik was bang, heel bang. Ik wilde hier helemaal niet zijn. Mijn ogen waren in de periode daarvoor al minder geworden. Ik zag echt veel minder dan toen ik jong was. Ik wist niet waarom mijn ogen minder konden zien. Daarom schrok ik nog meer van die grote schaduwen. Ik ben toen vaak bang geweest. Ook moest ik naar een dierenarts. Die gaf mij allemaal prikjes enne...die heeft nog meer gedaan. Volgens mij noemen jullie dat castratie. Dat was echt pijnlijk! Diezelfde dierenarts vertelde dat ik een progressieve oogziekte heb. Dat betekent dat ik eerst kon zien en na verloop van tijd hartstikke stekeblind zal worden. Zo rond mijn vijfde jaar zou ik dan waarschijnlijk blind worden. Volgens mij was ik toen al bijna vijf jaar oud.

Wat een verdrietige tijd in een tuin leven met verschillende honden, niet allemaal even aardig. Weinig knuffels en geaaid worden door een lief baasje. Castratie en ook nog blindheid op korte termijn. Ik voelde me echt heel zielig...snik... En ontzettend alleen...snik... Ik denk dat ik nu maar even in een hoekje ga zitten huilen. Dan vertel ik jullie de volgende keer over mijn reis naar mijn nieuwe baasjes. Snik...snik...snik...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mopperdemopper

De laatste dagen waren nat en koud. Telkens als we naar buiten gingen, ging het regenen. Iedere keer liepen we in de regen. Bazinnetje moest...